Aan veel cao-tafels of aan tafels waar de werkgever en de OR over de pensioenregeling gaan, wordt op dit moment in overleg met de pensioenuitvoerders gesproken over de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel en de transitie-effecten. Dit om vervolgens afspraken te kunnen maken in het zogeheten op te stellen transitieplan. Dat zijn complexe vraagstukken en de VCP adviseert haar cao-onderhandelaars hierom om alvorens men tot afspraken komt over een evenwichtige transitie als eerste stap eerst alle puzzelstukjes met de financiële effecten transparant in kaart te brengen. Wij zien echter dat werkgevers, in de hoop de compensatiekosten onzichtbaar door de deelnemers uit het fondsvermogen te laten betalen, deze kosten niet altijd separaat inzichtelijk willen maken. De VCP vindt het onverstandig om enkel bezien vanuit het totale vermogen van een pensioenfonds integraal over te gaan naar een nieuw pensioencontract en de compensatie niet apart uit te laten rekenen.
Puzzelstukjes
In het pensioenakkoord is afgesproken dat het toekomstig nadeel als gevolg van de afschaffing van de doorsneesystematiek adequaat en kostenneutraal moet worden gecompenseerd. De VCP heeft zich altijd hardgemaakt voor deze compensatie, omdat het de groepen rond de middelbare leeftijd fors kan raken in hun toekomstig te verwachten pensioen. Compensatie is dan ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers en de afspraken hierover moeten landen in een concreet transitie- en daaronder vallende financieringsplan.
Het is hierom zaak dat de effecten van de afschaffing van de doorsneesystematiek en welke generaties dit raakt apart in kaart worden gebracht. Dan pas kun je bekijken hoeveel compensatie er hier specifiek voor nodig is, hoe de omvang van het compensatiedepot moet zijn en als vervolgstap hoe de financiering en de spreiding daarvan wordt ingericht. Ook zullen lagere buffereisen en de overstap op een ander pensioencontract financiële effecten hebben voor verschillende generaties. Ook deze dienen eerst afzonderlijk in kaart te worden gebracht. Dit alles alvorens er naar de transitie integraal kan worden gekeken en de financiële effecten van de transitie in totaliteit helder zijn en kunnen worden ingebed in duidelijke afspraken in het zogeheten transitieplan.
Het is niet vanzelfsprekend dat de deelnemers de compensatie betalen, en dat de werkgevers hier niet aan bijdragen. Wanneer echter niet separaat inzichtelijk wordt gemaakt hoeveel de compensatie gaat kosten en hoe én in welke mate dit gefinancierd wordt, dan komt deze rekening impliciet bij het collectief van de deelnemers te liggen als onderdeel van het invaren, terwijl het ook in grote mate de verantwoordelijkheid is van de werkgever.
Totaal moet evenwichtig zijn
Om te kunnen beoordelen of de transitie evenwichtig kan plaatsvinden, adviseert de VCP daarom apart in kaart te brengen wat de transitie-effecten zijn voor groepen deelnemers van diverse mogelijke maatregelen. Denk hierbij aan de gevolgen voor groepen deelnemers van de afschaffing van de doorsneesystematiek, maar ook als gevolg van de overstap op het nieuwe pensioencontract. Andere financiële elementen die een rol kunnen spelen zijn eventuele inhaalindexatie, effecten voor bijvoorbeeld deelnemersgroepen met een steiler carrièrepatroon of de huidige en gewenste inrichting van het nieuwe partnerpensioen. Ook de gewenste omvang van een solidariteitsreserve en de benodigde omvang van een compensatiedepot kunnen als aparte puzzelstukjes in kaart worden gebracht.
Puzzel compleet
Pas wanneer alle puzzelstukjes transparant in kaart zijn gebracht kan naar mening van de VCP een evenwichtig besluit genomen worden over de vraag of de transitie evenwichtig kan plaatsvinden naar de nieuwe pensioenregeling zonder onevenredige schade voor groepen van belanghebbenden. Voor de juridische houdbaarheid is het zaak deze elementen goed in kaart te brengen. Maak dus eerst de puzzel compleet. Dit dient transparant te gebeuren, zodat de juiste afwegingen en overwegingen aan bod komen.
Stappenplan compensatie afschaffen doorsneesystematiek
- Bepaal voor alle leeftijden en inkomens de omvang van het nadeel dat zij ondervinden in hun te verwachten pensioenresultaat als gevolg van de afschaffing van de doorsneesystematiek, en de totaal benodigde omvang van het compensatiedepot om dit nadeel volledig weg te nemen.
- Bepaal de financieringsbronnen:
– Betaald door de werkgever via premie.
– Betaald door de deelnemers uit het fondsvermogen bij het invaren (DB). - Bepaal de mate waarin het nadeel wel of niet zal worden gecompenseerd met een of meer van bovenstaande bronnen en onderbouw dat in het transitieplan en het daaronder vallende financieringsplan. Het nadeel is inkomensafhankelijk, de compensatie dient daar bij aan te sluiten.
- Zorg, incl. de gekozen compensatie omvang en vorm(en), voor een totaal evenwichtige transitie.