De AOW-leeftijd blijft in 2029 ongewijzigd, schrijft minister Carola Schouten in een brief aan de Tweede Kamer. Net als in het jaar ervoor krijgen mensen AOW vanaf 67 jaar en 3 maanden. De VCP vraagt al jaren aandacht voor een fout in de systematiek. De AOW-leeftijd kan namelijk alleen maar gelijk blijven of stijgen, maar bij een lagere levensverwachting niet dalen.
Meebewegen met levensverwachting
Begin dit jaar heeft de VCP in een brief aan de Tweede Kamer nogmaals aandacht gevraagd voor de in haar ogen fout in de AOW-systematiek. In het Pensioenakkoord is afgesproken dat de AOW-leeftijd de levensverwachting volgt. Worden we met zijn allen ouder dan stijgt de AOW-leeftijd, die vijf jaar van te voren aangekondigd moet worden. Daalt deze echter dan wordt de AOW-leeftijd niet naar beneden bijgesteld.
CBS stelt prognoses bij
Ieder jaar levert het CBS de prognoses aan voor de ontwikkeling van de levensverwachting. Hoewel het CBS ervanuit gaat dat de levensverwachting op langere termijn blijft stijgen, heeft zij de structurele stijging hiervan naar beneden bijgesteld. Er is dus sprake van een trendbreuk. Eerder gaf voormalig minister Koolmees in 2021 aan de systematiek pas te willen aanpassen als dit aan de orde is.
De VCP doet hierom aan de Tweede Kamer nogmaals de oproep om de systematiek in de wet hierop aan te passen. ‘’Op die manier blijft er een evenwicht tussen levensverwachting en arbeidsduur. De wetgeving is op deze manier eigenlijk niet volledig”, zegt VCP-beleidsmedewerker Klaartje de Boer. In 2028 zou namelijk de AOW-leeftijd niet op 67 jaar en 3 maanden moeten blijven, maar worden verlaagd naar 67 jaar.