Verder aftoppen pensioen onverstandig en ongewenst

Pensioen gebruikt als pleister op de wonden
Verschillende partijen hebben maatregelen laten doorrekenen door de CPB om de fiscale ruimte voor pensioensparen te beperken. Dat is opvallend omdat je er in de verkiezingsprogramma’s van de partijen vrijwel niets over leest. Het wordt gebruikt als pleister op de wonden, omdat het forse belastinginkomsten voor de overheid naar voren haalt, ten koste van het pensioen van mensen in de toekomst. Volt schaft de omkeerregeling voor nieuwe opbouw volledig af, GroenLinks-PvdA, de ChristenUnie en de SGP verlagen de aftoppingsgrens en D66 en de VVD beperken de verplichte opbouw van pensioenpremies. Deze maatregelen leiden op korte termijn tot lagere pensioenpremies en meer overheidsinkomsten, maar in de toekomst tot lagere pensioenuitkeringen. Zeer onverstandig en ook onwenselijk, zeker nu we aan de slag zijn met de grote transitie naar het nieuwe pensioenstelsel. Dat zetten dit soort voorstellen alleen maar onnodig onder druk, aldus de VCP.

Aftoppingssprook een directe uitholling van ons pensioensysteem
Net als bij de vorige verkiezingen wordt de salarisgrens waarmee je belastingvrij pensioen kunt opbouwen ter discussie gesteld. Deze politieke partijen begeven zich daarmee op glad ijs, omdat het niet verder aftoppen een belangrijke afspraak was bij het sluiten van het Pensioenakkoord en de Wet Toekomst Pensioenen die als uitvloeisel daarvan op 1 juli jl. is ingegaan. Daarin staat dat alle werknemers in staat moeten zijn om in 42 jaar 80 procent van het gemiddelde salaris aan pensioen op te bouwen. Als deze partijen hun zin krijgen, kun je er vergif op innemen dat die doelstelling niet wordt gehaald. Het beste pensioenstelsel ter wereld wordt zo uitgehold en afgeserveerd.

Inkomensval op de loer
Het voorstel van de partijen zal er concreet toe leiden dat grote groepen mensen zelf verantwoordelijk worden voor hun pensioen boven die grens en als gevolg daarvan met een forse inkomensval te maken krijgen zodra ze met pensioen gaan. De kans dat werknemers die meer verdienen dan 66.000 euro zelf de rest van hun pensioen gaan opbouwen is klein. Vaak ontbreekt het aan financiële kennis en de kans op uitstelgedrag – zo leert de ervaring – is helaas groot. GroenLinks-PvdA, de ChristenUnie en de SGP reduceren daarbij ook nog de grens voor bruto-pensioenopbouw, waardoor deelnemers tegen de tijd dat ze met pensioen gaan niet kunnen profiteren van een lagere inkomstenbelasting. Een dubbele klap. Dat mensen de effecten van deeltijdwerken op hun pensioen niet overzien bleek deze week ook uit onderzoek van Wijzer in Geldzaken.

Deeltijders hard geraakt
Een ander gevolg van het voorstel GroenLinks-PvdA, de ChristenUnie en de SGP is dat ook deeltijders minder pensioen gaan opbouwen, en daar hebben we er veel van in Nederland: 4,7 miljoen. Voor die groep zal de salarisgrens naar rato worden ‘afgetopt’ ten opzichte van het pensioengevend loon van voltijders. Veel deeltijders hebben zelf niet het gevoel dat ze tot een hogere inkomensgroep behoren, maar door het toepassen van de zogeheten deeltijdfactor zullen zij ook minder pensioen belastingvrij kunnen opbouwen of daar zelf verantwoordelijk voor worden. Politiemensen, verpleegkundigen of onderwijzers met een deeltijdjaarsalaris van zeg 35.000 euro houden wanneer ze met pensioen gaan veel minder over dan ze nu denken.

Arbeidsvoorwaarde
Vakbonden en werkgevers kunnen nu al een lagere salarisgrens in een pensioenregeling afspreken als dat aansluit bij de inkomens van de werknemers en past bij de totale set van arbeidsvoorwaarden. Maar dat mag wat de VCP betreft geen reden zijn om een dergelijke beperking aan alle werkgevers op te leggen. De grens is ten eerste arbitrair, maar nog erger is dat het pensioenstelsel als geheel hierdoor minder robuust wordt. Bovendien zullen werknemers individueel dan wel via de betrokken sociale partners in de sector weer een aparte regeling voor het salaris daarboven moeten afsluiten om toch over het inkomen daarboven pensioen te kunnen opbouwen. Dat maakt het hele stelsel alleen maar nodeloos duur en ingewikkeld. Nederland is gebaat met een stelsel dat collectief en solidair is. Dat moet vooral zo blijven.

Recent nieuws